Roestplaatsen van ransuilen gekapt aan de Van Pallandtdreef
Nieuws
1.723
keer gelezen
CULEMBORG • “Eind vorig jaar zijn aan de Van Pallandtdreef enkele grote coniferen illegaal gekapt.”
“Deze bomen werden sinds 2011 door een grote groep ransuilen als roestplaats gebruikt. Een roestplaats is een plek waar ransuilen zich groeperen om overdag samen in een boom te slapen. In sommige jaren zaten er wel dertig uilen in de coniferen. Na de kap werden er nog geruime tijd zo’n een tot zes uilen in de nog aanwezige kale loofbomen gezien.”
Vernietigen roestplaats
“Waar de andere uilen zijn gebleven, is onbekend. Door de kap van de roestbomen, dus door het vernietigen van de roestplaats, is de roestgroep en zijn wellicht ook paartjes uiteen gevallen. Dat heeft negatieve effecten heeft op de individuele ransuilen en de lokale ransuilpopulatie. Het kappen van bomen in de gemeente Culemborg is zonder een ‘omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstand’, voorheen ‘kapvergunning’ verboden in de Algemene plaatselijke verordening (Apv).”
“Er wordt echter een uitzondering gemaakt voor naaldbomen, waaronder coniferen. Naaldbomen mogen zonder gemeentelijke kapvergunning gekapt worden. Het zou goed zijn om de uitzonderingspositie van naaldbomen op te heffen en ook naaldbomen ‘kapvergunningplichtig’ te maken. Of op zijn minst zou er een meldingsplicht voor het kappen van naaldbomen moeten komen.”
“Dan kan door een deskundige bekeken worden of de betreffende boom zonder problemen gekapt mag worden of dat er maatregelen moeten worden genomen omdat de boom een ransuilen roestplaats is. Hierdoor wordt voorkomen dat er per ongeluk naaldbomen die door ransuilen als roestplaats worden gebruikt, gekapt worden.”
Gewoontedier
“Ransuilen zijn gewoontedieren die steeds dezelfde roestplaatsen gebruiken, vaak tientallen jaren achtereen. Ze gebruiken vaak jaren achtereen dezelfde boom en in die boom steeds dezelfde tak. Mannetje en vrouwtje blijven meestal levenslang bij elkaar. Ze roesten bij elkaar op dezelfde roestplaats. Op de roestplaats zitten ze nooit verder dan 70 meter bij elkaar vandaan.”
Namens de Natuur- en Vogelwacht Culemborg,
Theo de Jong, bestuurslid